Klimmen


Klimsport algemeen

Klimmen is, heel algemeen omschreven, een fysieke activiteit met als doel je langs een obstakel in verticale richting omhoog te werken of het hoogste punt van een obstakel te bereiken. Het is een sport met wedstrijdelementen, meestal beoefend in de open lucht op rotsen of op ijs, of op kunstmatige klimwanden, soms in overdekte klimhallen (indoor klimmen). Afhankelijk van o.a. het terrein waarin de sport wordt uitgeoefend en de manier van beveiliging, onderscheidt men verschillende vormen en/of stijlen van klimsport, die in de volgende paragrafen nader aan bod komen.

Uitrusting & zekeringstechniek

Een klimmer is normaal gesproken beveiligd door middel van een speciaal dynamisch klimtouw, dat bevestigd is aan een klimgordel. Het touw verloopt via één of meer terugloop- of tussenzekeringen naar een tweede persoon, de zekeraar, die het touw vasthoudt en blokkeert als de klimmer zou vallen. Afhankelijk van de toegepaste zekeringsmethode (zie onderstaand), zijn er nog verschillende extra hulpmiddelen nodig om soepel en vooral veilig te kunnen zekeren, waaronder in ieder geval karabiners en een zekerapparaat zoals bijvoorbeeld een tube of een GriGri, Cinch, ClickUp, etc.
     Een klimroutes kan beveiligd zijn doordat het klimtouw door een terugloopzekering bovenaan de route is gehaald. Deze manier van zekeren heet toprope. Bij een eventuele val zal de klimmer vrijwel direct worden opgevangen door het touw, dat wordt geblokkeerd door de zekeraar. Toprope geldt als de veiligste zekeringsmethode en is daarom het meest gebruikelijk in klimhallen, waar voldoende middelen en mogelijkheden zijn om beveiligingen in te bouwen.
     Een andere manier van zekeren is voorklimmen of lead climbing. Dit houdt in dat er boven nog geen touw door een terugloopzekering verloopt, waardoor de klimmer dus zélf het touw moet meenemen en dit regelmatig aan een tussenzekering moet bevestigen om gezekerd te zijn. Deze tussenzekeringen bestaan meestal uit reeds bevestigde metalen haken, waar de klimmer zogenaamde "klimsetjes" of kortweg "setjes" (Engels: quickdraws, Duits: Expresssets) inhangt en waar vervolgens het touw doorheen wordt geleid. Bij een eventuele val zal een voorklimmer vallen tot de laatste tussenzekering, plus de afstand die hij eventueel verder was geklommen én de dynamische touwrek, wat opgeteld een aanzienlijke val kan betekenen!
     Voorklimmen is de meest gebruikelijke zekeringsmethode buiten klimhallen. Ook bij het voorklimmen wordt in paren geklommen: de klimmer plaatst de beveiligingen en leidt zijn klimtouw door de tussenzekeringen, terwijl de achterblijvende zekeraar touw uitgeeft of blokkeert indien nodig.
     Bij lange routes van meerdere touwlengtes ("multi-pitch") wordt meestal om en om voorgeklommen. Als de eerste klimmer bovenaan is en een stand gebouwd heeft, wisselen de klimmer en de zekeraar van rol. De tweede klimmer klimt dan achterna en verwijdert alle beveiligingen die onderweg door de eerste klimmer aangebracht zijn, terwijl de eerste klimmer daarbij als zekeraar fungeert.

Moeilijkheidswaardering

Voor het aanduiden van de moeilijkheidsgraad van klimroutes zijn wereldwijd vele verschillende schalen in gebruik. Deze schalen verschillen sterk naargelang het terrein en de stijl van de beklimming (ijs, rots, mixed, alpien, technisch, vrij, etc.) en ze verschillen ook nog van land tot land. Bij het rotsklimmen wordt op het Europese vasteland de zogenaamde "Franse" beoordelingssschaal het meest gebruikt, hoewel in de Duitstalige Alpenlanden vaker de schaal van de UIAA wordt toegepast.
Een overzichtelijke vergelijkingstabel van alle verschillende schalen voor het rotsklimmen is te vinden op Wikipedia.
     Anno 2018 geldt Silence (9c) bij Flatanger in Noorwegen als de moeilijkste single-pitch klimroute ter wereld: deze route is voor het eerst geklommen door Adam Ondra in 2017 en kon sindsdien nog door niemand worden herhaald. Als de moeilijkste multi-pitch klimroute geldt daarentegen Dawn Wall (9a) in Yosemite National Park in de V.S.: deze route is voor het eerst geklommen door Tommy Caldwell en Kevin Jorgeson in 2015 en kon tot 2018 slechts één maal worden herhaald, namelijk door Adam Ondra in 2016.

Rotsklimmen

Rotsklimmen is het klimmen van routes op rotswanden. Dit is de meest beoefende en waarschijnlijk ook de oudste vorm van klimmen, waarbinnen ook weer aparte disciplines en stijlen worden onderscheiden.
     Zo heeft zich uit het alpiene rotsklimmen bijvoorbeeld het sportklimmen ontwikkeld. In plaats van een concreet doel, zoals een bergtop, staan bij het sportklimmen de sportieve aspecten (moeilijkheden) van een klimroute centraal. Moderne sportklimroutes worden over het algemeen voorzien van vast in de rots bevestigde (m.n. geboorde) metalen haken. Zo kan een (voor)klimmer relatief snel en eenvoudig een klimsetje inhangen om een tussenzekering te creëren en zich verder volledig op het klimmen zelf concentreren.
     Tegenwoordig is het meest gebruikelijk dat sportklimroutes "vrij" geklommen worden. Vrij klimmen houdt in, dat een route geheel op eigen kracht wordt beklommen, zonder technische hulpmiddelen, maar wél met beveiliging in de vorm van touw en tussenzekeringen (in tegenstelling tot wat hierover op Wikipedia wordt vermeld). De beveiligingen zijn uitsluitend bedoeld om een eventuele val op te vangen en niet als ondersteuning bij de voortbeweging. Vrij klimmen dient niet verward te worden met "free solo" klimmen (zie onderstaand).
     Indien een rotswand of klimroute nog in natuurlijke staat verkeert, zonder vooraf aangebrachte (boor)haken, moet een klimmer zélf beveiligingen aanbrengen. Deze vorm van klimmen noemt men traditioneel klimmen (vaak afgekort tot "trad"). Van oudsher bestonden de zelf te plaatsen beveiligingen uit metalen mep-haken die met een hamer in rotsspleten werden geslagen, maar tegenwoordig bestaat er speciaal voor dit doel een veelheid van verschillende soorten klemapparaten. Als de beveiligingen na afloop weer verwijderd worden, zonder sporen achter te laten, dan wordt gesproken van clean klimmen.
     Bij sportklimmen zonder zekerende partner spreekt men van solo klimmen. Hierbij moet de klimmer met andere technieken zelf zijn touw zekeren om een eventuele val op te vangen. Dit kan middels een zelfblokkerend zekerapparaat op het touw, maar wordt slechts uiterst zelden toegepast vanwege de omslachtigheid.
     Wordt vrij klimmen beoefend zónder touw en zekeringen, dan spreekt men van free solo klimmen. Voor alle duidelijkheid: dit is klimmen zonder enige vorm van beveiliging. Alleen de klimmer zelf kan voorkomen dat hij/zij valt door alles correct te doen en de hele route uit te klimmen zonder fouten. Free solo is een klimstijl die, behalve op fysieke vermogens, ook een groot beroep doet op de psychische vermogens en uitsluitend voorbehouden is aan 's werelds beste klimmers. Alleen als de klimmer helemaal zeker is van de te nemen risico's, zich intensief en langdurig heeft voorbereid en zich topfit voelt, wordt een free solo-klim ondernomen.

IJsklimmen

IJsklimmen is het beklimmen van opstaand ijs. Dit kan op bepaalde delen van gletsjers, maar gebeurt vaker op bevroren watervallen (ijsvallen) in het winterseizoen. Het is een specialisatie in de klimsport die is geëvolueerd uit het alpinisme. Pickel en stijgijzers waren onontbeerlijk bij het oversteken van gletsjers en naarmate het alpiene terrein steiler en complexer werd, waren steeds vaker geavanceerde ijsklimtechnieken noodzakelijk. Speciaal materiaal dat zich beter leende voor het klimmen op ijs werd ontwikkeld, waarna bergsporters ondertussen ook een uitdaging vonden in het beklimmen van ijsvallen op zich.
     De uitrusting omvat behalve een sportklimuitrusting ook ijsbijlen, ijsschroeven, stijgijzers, stijgijzervaste bergschoenen en winterkleding. IJsklimmen vereist van de klimmer een feilloze kennis van klimtechnieken en veel ervaring en is dus enkel geschikt voor doorgewinterde alpinisten.
     IJsklimmen is – afgezien van ongezekerd (free solo) klimmen – wellicht de gevaarlijkste vorm van klimmen, aangezien stukken ijs kunnen afbreken of ijsvallen kunnen instorten. Een goede kennis van de opbouw van het ijs is dan ook noodzakelijk. Het aanbrengen van ijsschroeven ter beveiliging biedt slechts een beperkte veiligheid.

Alpinisme

Alpinisme is het beklimmen van bergen, waarbij rotsklimmen, ijsklimmen en intensief bergwandelen in overwegend zwaar toegankelijk terrein worden toegepast: een combinatie van deze bewegingsvormen is meestal nodig om het doel te bereiken. Op weg naar de top van een berg moeten natuurlijke hindernissen overwonnen worden, zoals o.a. rotswanden, ijswanden, gletsjers en puinvelden. Naast kennis van alpiene klimtechnieken, is hierbij ook uitgebreidere kennis van meteorologie, glaciologie, lawinekunde, reddingstechnieken en navigatietechnieken vereist.
Alpinisme wordt beschouwd als de meest avontuurlijke bergsport en wordt doorgaans in hoog-alpien terrein, d.w.z. boven 3000 m hoogte, uitgevoerd. Daarom moet er ook meer dan anders rekening gehouden worden met de kans op het ontstaan van hoogteziekte.

Overige vormen van klimsport

Behalve de boven beschreven hoofddisciplines binnen de klimsport, bestaan er nog enkele andere varianten en combinaties.
     Boulderen is het beklimmen van een korte, vaak technisch erg moeilijke route op een rotsblok (Engels: boulder), lage rotswand of lage kunstmatige klimwand. Boulderroutes gaan zelden hoger dan 3 à 4 m en de klimmer houdt vaak een horizontale klimrichting aan. Boulderen wordt altijd zonder touw en zekeringen gedaan, maar de klimmer wordt gewoonlijk wel beveiligd door een "spotter", die ervoor zorgt dat er altijd een valmat ("crash pad") onder de klimmer ligt.
     Dry-tooling kan beschouwd worden als een variant van ijsklimmen waarbij met ijsklimmateriaal uitsluitend in rotswanden geklommen wordt.
     Mixed-terrain klimmen is ten slotte een combinatie van rotsklimmen en ijsklimmen. Dit doet men als de aard van de route het vereist dat ijsklimmen en dry-tooling om beurten gebruikt worden om de route te voltooien.

Foto's (8)