Wintersport


Rodelen

Rodelen is het op een speciale slede (rodel) van een besneeuwde helling afglijden. De rodelaar zit rechtop of ligt op zijn rug op de slede, met de voeten naar voren gericht. Hoewel oorspronkelijk een transportmiddel, wordt rodelen tegenwoordig voornamelijk als sport beoefend. Zowel op natuurlijke als op kunstmatig aangelegde rodelbanen worden wedstrijden gehouden. Natuurrodelbanen worden in de winter geprepareerd op bestaande bergwegen door de sneeuw te walsen of weg te ruimen. In sommige Alpenregio's – met name in het westen van Oostenrijk en in Zuid-Tirol – heeft ieder dorp wel een eigen natuurrodelbaan, gemiddeld met een lengte tussen 2 en 8 km. Natuurrodelbanen zijn normaal gesproken gratis toegankelijk, hoewel voor vele banen het gebruik van een lift en dus de aankoop van een liftpas gebruikelijk is.
     Rodelen is niet alleen een wedstrijdsport, maar het staat ook bekend als een relatief eenvoudige recreatiesport en neemt de laatste jaren in populariteit toe. Er is weinig essentiële stuurtechniek voor nodig: de simpelste stuurtechniek is om met één voet af te remmen aan de kant waar je naartoe wilt sturen. Duurdere sportrodels zijn dankzij een andere (flexibele) bouwwijze bestuurbaar met behulp van het koord. Door beide voeten aan weerszijden van de slede krachtig in de sneeuw te drukken kan worden afgeremd, waarbij het dragen van stevig schoeisel met een goed profiel noodzakelijk is. Ook het dragen van een helm en eventueel zelfs rugbeschermers is veiligheidshalve aan te bevelen: bij het rodelen zijn namelijk pieksnelheden tot 60 km/uur geen uitzondering, waardoor de kans op zwaar letsel bij een ongeval zeer groot is.
Nuttige informatie met betrekking tot (o.a.) stuurtechniek en veiligheid wordt gegeven in deze instructievideo.

Skiën

Bij het skiën beweegt men zich met behulp van ski's voort over besneeuwd terrein. Ski's zijn lange, smalle latten, die aan de voeten worden worden bevestigd. Voor de bevestiging hebben de ski's bindingen die weer passen op speciale verstevigde en verhoogde schoenen: de skischoenen.
     Behalve ski's en skischoenen, worden er gewoonlijk ook andere hulpmiddelen gebruikt bij het skiën. Naast het dragen van wind- en waterdichte winterkleding, worden voor de balans en het maken van scherpe bochten vaak skistokken gebruikt en een skibril is van groot nut naarmate de snelheid bij het skiën hoger is. Ook het dragen van een valhelm voor extra veiligheid is aan te raden en in sommige skigebieden zelfs verplicht.
     Skiën is halverwege de 19e eeuw ontstaan in Noorwegen en in de vorm van het "telemarken" bedacht door Sondre Norheim. Oorspronkelijk waren ski's van hout, maar tegenwoordig worden ze opgebouwd uit verschillende lagen kunststof, glasvezel en andere lichte composietmaterialen.
     Er zijn tegenwoordig vele verschillende competitieve vormen van skiën. Zo is er bijvoorbeeld de categorie Noords skiën, waartoe o.a. langlaufen, schansspringen en telemarken worden gerekend. Ook is er de categorie alpineskiën, waartoe o.a. de afdaling, de slalom en de super G worden gerekend. Elke vorm wordt uitgeoefend volgens eigen regels en technieken, en kent soms zelfs een eigen soort ski's. Op deze website wordt daar echter niet verder op ingegaan om de omvang van de pagina te beperken – zie voor meer informatie Wikipedia.
     Het meest wordt er in de Alpen recreatief geskied op skipistes. Skipistes zijn gecontroleerde en geprepareerde (gewalste) besneeuwde hellingen waarover men op ski's kan afdalen. Het vervoer naar het begin van elke afdaling wordt mogelijk gemaakt door een grote verscheidenheid aan skiliften, zoals kabelbanen met cabines ("gondels"), één- of meerpersoons stoeltjesliften, sleepliften enzovoort.
     De moeilijkheidsgraad van skipistes wordt aangeduid met kleurcodes: blauw, rood en zwart, waarbij blauw het makkelijkst is en zwart voor gevorderden.

Tourskiën

Tourskiën, ook wel ski-alpinisme genoemd, is een wintersport die het beklimmen en skiën van besneeuwde bergen omvat. Hierbij wordt géén gebruik gemaakt van skiliften.
     Voor het klimmen worden de ski's voorzien van stijgvellen. De speciaal voor deze sport ontworpen skibinding kan los aan de achterkant en scharnieren aan de voorkant, waardoor een soort loop/langlaufbeweging kan worden gemaakt. Voor de afdaling worden de stijgvellen verwijderd en de achterkant van de skibinding weer vastgezet, waarna er door onaangeroerde poedersneeuw kan worden afgedaald.
     Ski-alpinisme vindt plaats buiten de relatief veilige skipistes in alpien terrein, waar het risico bestaat van afgronden, lawines, gletsjerspleten, steen- en ijsslag enzovoort. Beklimmingen van gletsjers, ijs- en rotswanden kunnen het gebruik van touw, stijgijzers en ijsbijlen noodzakelijk maken. Bij zeer steile passages worden de ski's vaak op de rugzak bevestigd en wordt er te voet verder gegaan.

Snowboarden

Snowboarden is een sport waarbij men op een plank (board) met beweeglijk vastgemaakte schoenen afdaalt van een besneeuwde berghelling of piste. De sport is afgeleid van het surfen.
     Bij het snowboarden kan men verschillende vormen onderscheiden, zo is er freeride, freestyle, en alpineboarden. Freeride snowboarden is snowboarden naast of op de pistes. Je gaat gewoon van de berg af, op je eigen snelheid. Naast de pistes snowboarden levert een verhoogd lawinegevaar op en een grotere kans op valpartijen. Freestyle snowboarden is het uitvoeren van stunts en sprongen. Dit wordt meestal gedaan op rails en half-pipes in aangelegde freestyle-funparks. Bij het alpineboarden gaat het hoofdzakelijk om snelheid in competities.
     In vergelijking met het skiën is snowboarden zowel vrijer (minder vormvereisten) als minder complex. Er zijn twee bochten: front-side (gezicht naar de berg toe gericht) en back-side (gezicht van de berg af gericht). Deze twee bochten zijn samen met het "sliding" of "rutschen" (recht naar beneden glijden) de basis van het snowboarden.

Sneeuwschoenwandelen

Sneeuwschoenwandelen is een vorm van wandelen, die men 's winters met behulp van speciale sneeuwschoenen uitoefent. Dit zijn in feite losse hulpstukken die bevestigd worden onder normale (winter)wandelschoenen. Sneeuwschoenen zijn in de basis ovaalvormig en plat, zodat ze het gewicht van de drager over een groter oppervlak verspreiden. Hierdoor zakken de voeten minder ver in de sneeuw weg en wordt de voortbeweging in diepe sneeuw vergemakkelijkt.
     Sneeuwschoenen zijn al zeer oud en werden oorspronkelijk gebruikt door nomadenstammen en indianen in verschillende werelddelen, die regelmatig en langdurig te maken hebben met sneeuwbedekking. Zo wordt dit schoeisel bijvoorbeeld al eeuwen gebruikt door de inheemse bevolking in Noord-Amerika, in Groenland, in Scandinavië en in Centraal-Azië. Historici vermoeden dat sneeuwschoenen wellicht al 6000 jaar geleden in Centraal-Azië zijn uitgevonden. Vroeger bestonden ze uit hout met een raster van lederen riemen, maar uiteraard heeft ook hierbij de techniek niet stilgestaan, want tegenwoordig worden ze gemaakt van kunststof en/of aluminium.
     Sneeuwschoenwandelen wordt in de Alpen voornamelijk als recreatiesport beoefend, hoewel het bestaan van lokale competities bekend is. De sport wint de laatste jaren aan populariteit omdat het relatief goedkoop is, vrij eenvoudig en naar believen in een rustige omgeving kan worden uitgevoerd in vergelijking met skiën of snowboarden. Maar let op: ook bij deze sport brengt het betreden van afgelegen gebieden risico's, zoals kans op lawines, met zich mee. In de dalen en in laagland is dit natuurlijk nauwelijks aan de orde.

Foto's (11)